Toen Clark Nyla's wimpers zag trillen, flitste er tevredenheid in zijn ogen.
Nyla beet op haar lip en zei kil: "Ik moet gaan werken. Kun je nu weggaan?"
Clark zag haar afstandelijke houding en zijn blik werd donkerder. Hij wilde haar niet te veel pushen, omdat dat hun relatie alleen maar zou verslechteren.
"Ik zal je brengen," bood hij aan.
"Niet nodig."
Daarmee duwde Nyla hem naar buiten en sloot
















