Fraser trok een wenkbrauw op, zijn toon onleesbaar. "Niet slecht."
Summer zwoer bij zichzelf dat ze nooit, nooit meer zo zou schreeuwen in het bijzijn van Fraser.
Net toen ze wilde vragen waarom hij haar een ondankbare verrader noemde, flitste er een reeks levendige kleuren door de diepe nachthemel.
Een meteorenregen.
Summers ogen werden groot van vreugde, haar lange wimpers fladderden opgewonden.
















