Emeriel had Grootheer Vladya en Grootheer Ottai wel gezien, maar niet degene die Grootheer Zaiper werd genoemd. Telkens als zijn naam viel, keken de Urekai-dienstmeisjes en menselijke slaven doodsbang. Allemaal.
"Hij is de ergste van alle grootheren," had het slavinnetje Amie hem de dag ervoor gefluisterd, haar ogen wijd terwijl ze rondkeek om er zeker van te zijn dat niemand luisterde en de gang














