O goden...! Emeriels oogleden persten zich dicht, elke spier in haar gezicht spande zich aan in een felle strijd tegen haar instincten.
Ze voelde zich gekoesterd in de armen van het beest. Beschermd.
Het beest paste zijn stoot aan, drong dieper door, en Emeriel snikte door de pijn heen. Zou er een dag komen dat hij haar in menselijke vorm zou nemen? Zou de dag komen dat het in zijn armen zijn puur














