Aekeira slikte zwaar, haar keel kurkdroog alsof ze glasscherven had doorgeslikt. Waarom zou hij het überhaupt vragen als het antwoord voor hem net zo betekenisloos was als een fluistering in de wind? Hij geeft helemaal niet om haar antwoorden.
"Ik wil Heer Zaiper niet," fluisterde ze, haar stem verslagen.
"Leugenaar. Je riep om hem. Je kleedde je uit voor hem." Heer Vladya's hand spreidde haar ben














