Alle ogen waren gericht op het beest—van de edelen tot de bevoorrechten, tot aan de slaven. Iedereen bleef stil, doodsbang. Niemand verroerde een spier. Niemand schreeuwde.
De hoge heren bleven staan, hun uitdrukkingen behoedzaam, bereid hun volk te verdedigen als het zover kwam, zelfs als dat betekende dat ze hun eigen leven moesten opofferen.
Het beest liep de Grote Hoge Raad binnen, zijn stappe














