In de verte rommelde de donder en flitsen van bliksem scheurden door de nachtelijke hemel. Een storm naderde snel, de lucht doordrongen van de geur van regen.
"Je kunt maar beter nu spreken," siste de koning, Acheron bij zijn kraag grijpend.
"Ik heb niets te zeggen," antwoordde Acheron. Hij hief zijn handen op en greep de polsen van de koning.
Woede flitste in de ogen van de koning, koud en rood.
















