Dane
Cassandra hoest wanneer mijn vingers zich strakker om haar keel sluiten. Haar eigen vingers krabben wanhopig aan mijn handen, in de hoop dat ik haar zou loslaten.
"Ben je het aan het kweken?" eis ik, mijn greep net genoeg loslatend om haar te laten spreken.
"Nee," kraakt ze.
"Hoe ben je er dan aangekomen? Is het Trey of die andere stomme idioot die het aan het kweken is?"
"Ik heb het gevonden
















