Calvin ijsbeerde door de gang buiten die vergaderzaal, want hij was meer dan geïrriteerd, niet alleen door wat er in die zaal gaande was, maar ook door zichzelf. Hij had zichzelf nog vanochtend, toen hij zich aankleedde en in de spiegel keek, voorgenomen om kalm te blijven en volledig rationeel te zijn, en hij had het alweer verknald door zijn obsessie met Marrin en zijn humeur opnieuw te verlieze
















