Calvin keek toe hoe Wil zijn handen in zijn zij zette en het hoofd van de man leek even naar beneden te zakken en daar te blijven hangen, een lange moment terwijl hij de informatie verwerkte. Er was geen felicitatie dat hij Marrin had gevonden, geen glimlach erover, niets van dat alles. Toen richtte hij zijn ogen op Calvin en mompelde: "Dus, wat je zegt is dat je iemand hebt laten inbreken in het
















