Calvin had letterlijk een crisis, zo leek het, want hij begreep zichzelf op dat moment niet eens. Hij had haar Marrin genoemd omdat hij geloofde dat ze Marrin was; alles aan haar was voor hem Marrin. Toch had hij net tegen Wil gezegd dat ze een identiteit had gestolen. Wil had gelijk, dat wist hij; hij was niet in staat te begrijpen wat er in zijn eigen hoofd omging.
Omdat hij tegelijkertijd van d
















