Matthew en Grace wilden Melanie berispen, maar Henry zei ongeduldig: "Goed, laten we eten!"
Zijn houding verbaasde me niet. Hij had zijn dochter immers overdreven verwend en haar nooit iets geweigerd. Ik wist dat zijn ongeduld op mij gericht was.
Ava huiverde van Henry's geschreeuw en liet haar lepel met een kletter vallen. Het geluid rukte me uit mijn gedachten en ik onderdrukte mijn woede voorda
















