ARDEN
Weet hij het? Die woorden galmden door mijn achterhoofd terwijl ik het Zilveren gebouw verliet. De anderen hadden het weggelachen toen Elias insinueerde dat hij een idee had wie de maagd was. Ik had mezelf moeten dwingen om te glimlachen, om geen argwaan te wekken. Elias had me daarna geen blik meer waardig gekeurd, maar toch kon ik het niet helpen me af te vragen of hij het als een terloops
















