ARDEN
Nadat ik die noodlottige woorden had uitgesproken, bevroor de wereld om me heen.
De eerste die ik opmerkte, was meneer Winters. Ik kon niet anders dan zien hoe zijn aangename, gepolijste glimlach wankelde en plaatsmaakte voor verwarring. De andere leraren wisselden stijve, stille blikken uit – elk een weerspiegeling van het ongeloof dat door de zaal gierde.
In een oogwenk laaide het gefluist
















