ARDEN
Alles voelde te mooi om waar te zijn. En misschien was het dat ook. Toch wilde ik eraan vasthouden, al was het maar voor even.
Toen ik mijn ogen opendeed, lag ik opgerold tegen Cades borst, mijn wang rustend op zijn gestaag rijzende en dalende ademhaling. Zelfs in zijn slaap had hij zijn armen nog om me heen geslagen. Hij zag er zo vredig uit, met ontspannen wenkbrauwen en licht geopende lip
















