Toen ze het laatste stuk weghaalden, vielen Waylon en Colton hun monden open.
“Waarom zijn die van ons zo klein?”
“Misschien groeien we er nog in.”
Zoveel lawaai. Nolans wimpers fladderden. Hij voelde zich warm en koud. Langzaam opende hij zijn ogen en besefte dat hij in een enorm bad zat met rubberen eendjes eromheen.
Hij kneep zijn ogen samen en zag twee kinderen naast het bad praten.
“Waylon?”
















